13.05.2013 | etcetera | door Klaas Tindemans

 

Skagen: CCC, de vette jaren zijn voorbij

 

Mijn professor filosofie, het was in 1982, verklaarde dat de zogenaamde ‘jeugd van vandaag’ – wij dus – enkel kon kiezen tussen conformisme en terrorisme. Zo erg was de wereld er aan toe, zo onmachtig was de politiek geworden, zo tandeloos de rechtsstaat. Wij waren net te jong om de geest van Mai 68 in te ademen. Alleen de associatie tussen ‘studenten’ en ‘rellen’ – want dat hoorde ik als kind in het nieuws – was blijven hangen. In de jaren zeventig was een kleine fractie van de soixante-huitards geëvolueerd naar de stadsguerrilla: geen straatprotest meer, geen massale confrontaties met ‘fascistische’ ordediensten maar gerichte, gewelddadige aanslagen op symbolen van onderdrukking. Wij, de laatste babyboomers,leden onder de lichte frustratie dat we er in 1968 niet bij waren, en dat gevoel was omgeslagen, merkwaardig genoeg, in een schijnbaar onschuldige sympathie voor de stadsguerrillero’s van de Rote Armee Fraktion, Brigate Rosse en soortgenoten. Wij zetten ons af tegen het Berufsverbot dat de sympathisanten van het nieuwe revolutionaire geweld trof, zeker in Duitsland dat tijden doormaakte die wogen als lood – Die bleierne Zeit was een film van Margarethe von Trotta. En we waren ook zelf wel actief, als gewetensbezwaarde, als pacifist: tegen de neutronenbom, tegen de kruisraketten, tegen een minister van Buitenlandse Betrekkingen die mijn naam droeg. In ieder geval schrokken we niet terug voor een contradictie meer of minder.

 

Het midden van de jaren tachtig was een tijd van vele contradicties. Grote werkloosheid en wekenlange ambtenarenstakingen, Ronald Reagan en Margaret Thatcher, de uitputtingsslag van wat de eindfase van de Koude Oorlog zou blijken te zijn. En de laatste dagen van een genereuze welvaartstaat. Het aanvankelijke enthousiasme over president François Mitterrand was een schrale tegenstem, de honderdduizenden vredesbetogers op de boulevards van de Europese hoofdsteden werden amper gehoord. En in de marge van dat alles: de stadsguerrillero’s van de Cellules Communistes Combattantes, de ccc. Brave jongens in vergelijking met de paniekzaaiers van de Bende van Nijvel, die wél schoten om te doden. Die alleen maar schoten om te doden. De favoriete metafoor voor die drukkende tijd, die niet snel genoeg voorbij kon gaan, was ‘het einde van de tunnel’. Wat natuurlijk betekende dat we in de tunnel zaten en dat er amper licht scheen, aan het einde. Gelukkig was er toneel: met die zogenaamde postmoderne golf in Vlaamse kunstencentra waren we mededaders – of minstens compagnons de route – van een onschuldig esthetisch terrorisme, een aanval in schoonheid tegen de schouwburgen, die toch al verkruimelden van het betonrot. Ik denk niet dat de professor filosofie dat bedoelde met de gedwongen keuze tussen terrorisme en conformisme.

 

ccc, de vette jaren zijn voorbij is een theatrale terugblik op de poppenkastrevolutie van de tachtigers. Het collectief SKaGeN monteerde een portret van de leider en ideoloog van de ccc, Pierre Carette. Het is niet de eerste keer dat Carette stof levert voor actueel documentair theater: enkele jaren geleden maakten het (vrouwen)collectief Tocht de voorstelling In een fractie, waarin de communistische biotoop van Pierre Carette in Sint-Gillis in beeld kwam, als achtergrond voor reflecties over radicaal engagement anno nu. Maar SKaGeN zoekt veel nadrukkelijker de documentaire, speelt fragmenten uit de geschiedenis van Carette en de ccc na, in uiteenlopende stijlen. Desondanks oogt het vooral als een soort sketchtheater, vormelijk enigszins verwant aan Angst en ellende van het Derde Rijk van Bertolt Brecht. Simpele scènes, duidelijke emoties, scherpe tegenstellingen, soms schrijnend, soms cabaretesk, soms levende marionetten: een kroniek die voorzichtig blijft en politiek neutraal probeert te zijn – en daar houdt de vergelijking met Brecht natuurlijk op – en daarom focust op de mens Pierre Carette. Is die mens echt opgetrokken uit gewapend stalinistisch beton?

 

Dramaturgische leidraad doorheen de voorstelling is de roemruchte uitzending van het CANVAS-praatprogramma Nachtwacht, uit 2003, waarin Pierre Carette, pas vrijgekomen na zeventien jaar detentie en Wilfried Martens, eerste minister ten tijde van de ccc-aanslagen, debatteren onder leiding van Jan Leyers. Carette verontschuldigt zich voor doden en gewonden, maar blijft rechtlijnig in de marxistisch-leninistische leer. Het viel mij op hoe, na tien jaar, de analyse van economische machtsverhoudingen, ondanks de luidruchtige en sloganeske toonzetting, helder én actueel blijft. Martens verdedigt een moreel gelijk – politiek verdraagt geen geweld –, maar de analyse ontbreekt. Het huidige politieke discours verwijst voortdurend naar ‘realisme’, naar ‘hervormingen’ of, nog erger, naar ‘het volk’ – alsof dat met één stem spreekt. Dat doen Martens en Carette niet, en dat is ongewoon en uitdagend. Het levert een dovemansgesprek op, maar het fascineert wel. SKaGeN plaatst, vroeg in de voorstelling, drie spelers in het halfduister, speelt de klankband van het debat af en de spelers lippen. Later krijgen we gewoon de televisiebeelden te zien, zonder poppenkast. Net daarvoor heeft Carette – gespeeld door Mathijs Scheepers – geoefend om een taalfout te vermijden: tevergeefs, de uitzending laat de verspreking zien, het is het enige moment dat hij glimlacht.

 

Tegenover de schreeuwerige retoriek zet Mathijs Scheepers vooral een binnenvetter, een man die elke menselijke confrontatie schuwt wanneer het ideologische sjabloon niet past: de zwijgende Carette is koppig en gesloten, maar vooral angstig, omdat hij geen gevoelens vertrouwt. Hij zwijgt als zijn (rijke) dochter hem een nieuw leven aanbiedt, hij zwijgt als het meisje van de Quick in haar marketingpraatje – wat krijg je allemaal extra bij die hamburger? – haar ontroerende kwetsbaarheid blootlegt. Hij spreekt met kameraad Didier Chevolet, om hem ervan te overtuigen om voor de zoveelste keer in de gevangenis in hongerstaking te gaan, maar hij zwijgt wanneer die repliceert met argumenten die niet uit het (figuurlijke) rode boekje komen. Tegenover de ideologie plaatst SKaGeN een psychologisch portret, fragiel en genuanceerd. Een onderbelicht decor, een plek die net door een bom verwoest is, helpt daarbij. Maar het onvermogen in de gevoelswereld is geen verklaring voor de doctrinaire halsstarrigheid, omgekeerd is dat evenmin het geval. Gevoelens en leerstellingen zijn gescheiden werelden, ze raken elkaar niet, ook niet in de voorstelling: daar mist SKaGeN de kans om een punt te maken. De dramaturgie blijft onaf. Tenzij je, met wat goede wil, ook de leerstelligheid van Carette als een emotie beschouwt. Op die manier zou je het andere extreme moment in ccc, de vette jaren zijn voorbij als een volmaakt tegenbeeld kunnen zien: de emotionele wanhoop van de weduwe van de brandweerman die omkwam bij de ccc-aanslag op het vbo, op 1 mei 1985. Clara Van den Broek zet een intens, persoonlijk moment neer, volmaakt gedepolitiseerd, enkel rauw verdriet. Alleen bevat de voorstelling iets te veel slechte theatraliteit – marionetten, maskers, grote gebaren – om de waarde van zo’n moment te kunnen inschatten. De zwijgende ideoloog tegenover het hysterische slachtoffer: dat zou net iets mooier geweest zijn.

 

De contradicties van de jaren tachtig zijn zichtbaar in ccc, de vette jaren zijn voorbij: de morele intuïtie dat geweld niet kan, zeker niet tegen mensen, tegenover de romantiek van de eenzame, idealistische revolutionair. En dat gebeurt bij SKaGeN met toneelmiddelen die direct uit diezelfde jaren tachtig komen: onderkoeld of juist uitvergroot acteren, een collage van scènes, humor die net iets te cynisch is, en net iets te veel politieke neutraliteit. Dit is een ‘warme’ voorstelling, en ik ben niet zeker of ik mij die tijd wil herinneren als ‘warme’ jaren.

 

> http://www.e-tcetera.be/skagen-ccc-de-vette-jaren-zijn-voorbij

 

 

CCC

 

31.01.2013 | knack focus | door Els Van Steenberghe

 

in de ban van de terrorist (***)

 

BAM! De scène lijkt na te smeulen van de aanslag die de extreemlinkse terreurbende Cellules Communistes Combattantes op 1 mei 1985 pleegt in Brussel. Twee brandweermannen komen daarbij om het leven terwijl ze de bomauto blussen die voor het kantoorgebouw van de VBO (Vereniging Belgische Ondernemingen) geparkeerd stond. Te midden het schroot van wat ooit een VBO-kantoorbalie moet geweest zijn, spelen de SKaGeN-acteurs in slapstickstijl na hoe dilettantisch de aanslag werd voorbereid en gecommuniceerd.

 
De chaos op de scène verwijst naar het onheil én verbeeldt de verwarring in het hoofd van CCC-leider Pierre Carette, knap vertolkt door Mathijs Scheepers. Hij zet Carette neer als een verbeten man die het ‘kapitalistische kwaad’ met gruwelijke middelen bestrijdt. Scheepers toont niet alleen de crimineel maar ook de eenzaat en vader die gebukt gaat onder schulden én schuldgevoelens tegenover de weduwe van een van de brandweermannen die hem trillend van verdriet vraagt of ‘dit dan die nieuwe, betere wereld is?’.

 
SKaGeN maakt het zichzelf niet gemakkelijk door net de CCC-historie als uitgangspunt te nemen voor een portie geëngageerd toneel in chaotische crisistijd. Ze veroordelen zichzelf tot een wankel balanceren tussen een (schroot)hoop feiten (die moeten verteld worden omdat de meeste toeschouwers nauwelijks nog weten waar de CCC voor stond en uitspookte) en wat smeuïge fictie (waarin ze jammerlijk vluchtig aanraken hoe de vrijgekomen CCC-kopstukken nu braaf deelnemen aan het systeem waar ze ooit aanslagen tegen pleegden, ‘Want het leven gaat verder en we worden er niet jonger op’). De weegschaal helt iets te vaak over naar het weergeven van historische feitelijkheden.

 
Dat er potige acteurs op de scène staan – waaronder een verrassende Laurence Roothooft als de dochter van Pierre Carette – en dat men geen vlot, pathetisch verhaaltje vertelt maar in korte ‘flashes’ het vroegere en huidige leven van Carette toont, maakt deze voorstelling tot een boeiende theaterdocumentaire over tragische wereldverbeteraars met een idealistisch hart en een crimineel brein.

 

> lees artikel op online op knack.be

 

 

 

29.01.2013 | deMorgen | Jan De Smet

 

Dromen met duizend bommen en granaten (****)

 

 
CCC

 

28.01.2013 | Theaterkrant | door Tuur Devens

 

Heldere collage over kwarteeuw CCC (****)

 

In Duitsland had je de Rote Armee Fraktion, in Italië opereerde de Rode Brigade, en in België pleegde in de jaren tachtig de extreem-linkse CCC van Pierre Carette een veertiental doelgerichte aanslagen. De Cellules Communistes Combattantes kondigde die aanslagen altijd aan, om zo slachtoffers te vermijden. Zo ook op 1 mei 1985. Het gebouw van een werkgeversorganisatie zou worden opgeblazen. Maar er kwamen twee brandweermannen om, die een wagen (de bomauto) waaruit rook kwam aan het blussen waren. Volgens de CCC door de fout en het geklungel van de politie, volgens anderen, zoals de rechters die hen veroordeelden, de schuld van CCC zelf.

 
Met die aanslag begint Skagen zijn collagestuk over de CCC. Het podium is een ravage van ijzeren staketsels, overal houten en ijzeren puin, opzij een soort loket dat in de loop van het stuk verschillende functies krijgt. Op band horen we hoe het er die nacht aan toeging. Hoe bij de politie wel berichten binnenkwamen over een verdachte auto, hoe waarschuwingspamfletten werden uitgedeeld, enzovoorts, maar hoe er geen initiatief werd genomen. Karikaturale personages met en zonder maskers gaan snel op en af, als in een comedy-cartoon. Daarna volgen er nog kriskras taferelen uit het leven van Pierre Carette, geloofwaardig ‘echt’ neergezet door Mathijs F. Scheepers. Fragmenten uit de gevangenis, als hij vervroegd is vrijgelaten, en uit een televisie-interview met premier Martens en Carette samen over idealen en engagement. Ook komt zijn dochter die het gemaakt heeft, op bezoek, etcetera.

 
Steeds zijn het treffende taferelen. Ofwel wordt er niets gezegd en gaat het nerveus alleen over een vouwfiets, ofwel wordt er naast elkaar doorgepraat. Raak is het gesprek met het fastfood-meisje. Carette’s strijd was bedoeld tegen de multinationals en uitbuiting. En wat is ervan geworden, een twintigtal jaar later? Het meisje is blij dat ze werkt, is er trots op. Geen teken van uitbuiting en ongelukkig zijn. In een gesprek met een medegevangene legt Carette zijn jeugdtrauma bloot. Is het daar allemaal mee begonnen? De CCC heeft altijd willen vermijden dat er slachtoffers vielen, maar het gebeurt. Er blijft een weduwe met twee kinderen achter. Door merg en been gaat het verhaal van die weduwe die Clara Van den Broek met een trilling in de stem gestalte geeft tussen al dat puin.
 
Zo weten alle scènes uit de collage je wel te raken door hun gedoseerd spel en hun enscenering, en door hun inhoudelijke eerlijkheid, naïviteit, ongeloof. Het collectief trekt een aantal spelregisters open, van heel ingetogen tot zeer emotioneel naar grotesk. Maar die speelstijlen botsen niet, integendeel, ze vloeien harmonieus in elkaar over.
 
Er bestaan allerlei complottheorieën over de CCC die de groep in verband brachten met de Bende van Nijvel en met de Staatsveiligheid. Gelukkig is Skagen daarin niet begonnen te roeren. Nee, respectvol en sec zetten ze de verschillende facetten van de gedrevenheid en het idealisme van Carette op de scène, met een helder oog voor de emotionele gevolgen. Zonder een echt oordeel te vellen, laat staan te veroordelen. Met natuurlijk de hamvraag: waartoe heeft het gediend? Het oordeel wordt overgelaten aan de toeschouwer.

 

> lees artikel op online op www.theaterkrant.nl

 

 

CCC

 

27.01.2013 | cutting edge | door Geert Schuermans

 

Pierre Carette in een T-shirt van de Quick

 

Wie kent les Cellules Communistes Combattantes (CCC) nog? Met ‘CCC, de vette jaren zijn voorbij’ haalt SKaGeN deze bijna-vergeten revolutionairen van onder het stof en maakt er boeiend en vooral erg relevant theater mee.
 
Pierre Carette, Didier Chevolet, Pascale Vandegeerde en Bertrand Sassoye pleegden tussen 1983 en 1985 tientallen aanslagen tegen wat zijn kapitalistische en imperialistische organisaties vonden. Het was voor hen een erezaak om daarbij geen slachtoffers te maken. Maar op de 1 mei 1985 gaat het mis. Nadat de CCC een bomauto plaatst bij de gebouwen van het VBO, ontspint er zich een haast ongeloofwaardige kluwen van misverstanden. De camionette ontploft en twee brandweermannen komen om. Enkele maanden later wordt het CCC-viertal opgepakt in een Quickrestaurant in Namen.
 
‘CCC, de vette jaren zijn voorbij’ start met die bloedige dag van de arbeid achttien jaar geleden. In een absurdistische scène wordt de chronologie van de aanslag uit de doeken gedaan. De toon van het hele stuk wordt hiermee gezet. De acteurs van SKaGen tonen zich respectvol voor de slachtoffers, maar doordat ze de dramatische geschiedenis met humor durven vertellen, vervallen ze nooit in melodrama.
 
Vervolgens bevinden we ons in ‘Nachtwacht’, het ter ziele gegane debatprogramma op CANVAS met Jan Leyers. In september 2003 had Leyers Pierre Carette, die een paar maanden eerder vrijgelaten was, te gast. Mathijs Scheepers kruipt op erg overtuigende wijze in de huid van Carette. Wat hij in deze nagespeelde TV-scene verkondigt, blijkt in de nasleep van de bankencrisis relevanter dan ooit. De drammeriger manier waarop hij het zegt, bevindt zich ergens tussen experimenteel poëtisch en ronduit irritant.
 
Carette blijkt dus nog steeds overtuigd van zijn grote gelijk. Maar wat koopt hij daarvoor? Net zoals het decor is alles wat hij heeft bereikt enkel een puinhoop. Zijn dochter heeft geen boodschap aan zijn starre strijd voor een rechtvaardige wereld, en de vrouwen van de omgekomen brandweermannen natuurlijk nog minder. ‘Je veux mon mari!’, krijst een voor de rest nogal vlak spelende Clara van den Broek. Maar ook zijn oude kompanen keren zich van hem af. ‘Zij verslaan ons en jij speelt hen in de kaart’, verwijt Didier Chevolet (Valentijn Dhaenens) hem in een spetterende dialoog.
 
Misschien nog belangrijker is het feit dat Carette na zijn vrijlating ziet dat de samenleving alleen nog maar onrechtvaardiger en oppervlakkiger geworden is. Wanneer hij op een avond in het bewuste Naamse Quick-restaurant voor een reünie op zijn oude kompanen zit te wachten, legt de serveuse – een verrukkelijk lichtvoetige Julia Akkermans – hem alle promoties uit. Ze is zich niet bewust van haar precaire arbeidssituatie, maar deelt wel haar laatste hamburger met hem. Carette laat zich ompraten en doet zelfs een vuurrood T-shirt met Quick-reclame op de achterkant aan.
 
SKaGeN herleidt Carette tot wat hij is: een tragisch figuur. ‘CCC, de vette jaren zijn voorbij’ maakt van hem geen monster, maar zeker ook geen held. Daardoor ligt zijn ideaal, de strijd voor sociale rechtvaardigheid, met alle pro’s en contra’s ter discussie op tafel. En dat kan, in tijden waarin de bankiers van het frauduleuze Goldman Sachs de Europese Unie leiden, zeker geen kwaad.

 

> lees artikel op online op www.cuttingedge.be

 

 

 

26.01.2013 | De Standaard